De lekkerste appelgelei
Elk jaar in september genieten wij van appeltjes van onze eigen boom. Het is dankzij die boom dat we dit huis gekocht hebben. Toen we eind april 2004 op zoek gingen naar een huis, werden Pascal en ik allebei verliefd op de appelbloesem in de tuin van een huis dat te koop stond. Toen twee jaar later Michiel geboren werd, gaven we aan iedereen die ons kwam bezoeken een potje appelgelei bij de suikerbonen. Het is een boom met karakter, net zoals ons huis. En net zoals de bewoners, eigenlijk.
Vrieskou
In het voorjaar van 2017 vroor het stevig toen de appelboom in bloesem stond. We hebben dus met een bang hartje afgewacht of er überhaupt appels zouden zijn. Gelukkig was het loos alarm; ik denk dat de appelboom al koudere voorjaren heeft meegemaakt. Toch is de oogst anders dan anders: droger en dikker, lijkt het wel.
Inspiratie
Op de gewone, klassieke appelgelei zijn we een beetje uitgekeken en dus vroeg ik raad aan mijn immer inspirerende collega Leentje (check zeker haar blog Kookeetleef eens!). Zij raadde me aan om te werken met een zoete smaak en een kruid uit de tuin. De zoete smaak werd limoncello en het kruid werd munt, omdat die welig tiert in de kruidentuin en daarbuiten.
Ik koos voor gelei en niet voor confituur. Gelei is gemaakt van sap; confituur van stukjes. Bij appel vind ik stukjes altijd te veel op appelmoes lijken.
Nodig voor vier potjes van ongeveer 230 ml:
-
- 2 kg appels
- 150 ml limoncello
- 300 gr suiker
- geleermiddel (er zijn zoveel soorten dat je even de verpakking moet nakijken om de juiste hoeveelheid te kennen)
- twee takjes munt
- water
Zo ga je te werk:
- Snij de klokhuizen uit de appels. Snij de resterende stukken grof en doe ze in een kookpot.
- Zet de stukken appel net onder water en breng alles aan de kook. De hoeveelheid water is afhankelijk van je appels: sappige appels hebben veel minder water nodig. De appels die ik gebruikte zijn helemaal niet sappig en dus moeten ze zeker onder water staan, anders heb je straks geen vocht om gelei van te maken.
- Als de stukken appels zacht geworden zijn, giet je ze door een neteldoek en vang je het vocht op.
- Meet het sap af. De verhouding moet ongeveer 8,5 / 1,5 zijn, dus voor 850 ml sap gebruik je 150 ml limoncello.
- Meng het sap met de limoncello en breng terug aan de kook in de intussen afgewassen kookpan.
- Voeg 300 gr suiker toe. Zodra alles kookt, voeg je het geleermiddel toe. Laat alles samen nog één minuut (of zolang als de verpakking van het geleermiddel zegt) doorkoken.
- Giet meteen in gesteriliseerde potjes en schroef de deksels vast. Draai om en laat minstens tien minuten omgekeerd staan.
Tip: door het lage suikergehalte is de confituur – eens geopend – niet zo lang houdbaar. Daarom werk ik graag met veel kleine porties in plaats van één grote pot confituur.
Ik ben heel benieuwd wat jullie van dit receptje vinden en of jullie het ook eens gaan proberen!
Ik heb nog nooit gelei of confituur gemaakt, behalve om mijn moeder eens te helpen dan. Jouw versie lijkt me heel lekker, alleszins!
Zeker de moeite, Gerhilde! Ik eet niet zo veel confituur, maar geniet altijd wel van het bereidingsproces en het moment waarop je in voorraadkelder een nieuw potje ‘zomer’ kan gaan halen. 😉