Leer eens een onkruid kennen #2: brandnetel

Leer eens een onkruid kennen #2: brandnetel

Onkruid: ik ben er hevige fan van. Want de groei van onkruiden is eigenlijk een fantastische werkwijze van moeder natuur om zichzelf in stand te houden. Waar wij niet veel lopen of de grond niet voldoende bedekken, zorgt een natuurlijk mechanisme voor bedekking met plantjes die wij daar niet gepland / geplant hebben. In deze reeks laat ik je kennismaken met mijn tien favoriete eetbare wilde planten. Hier beschreef ik trouwens al de paardenbloem.

In mijn tuin staan heel wat brandnetels. Dat wijst wellicht op het feit dat er veel stikstof in de grond zit. Vroeger vloekte ik op die brandnetels, want voor mij leek het alsof het een niet-verzorgde wildernis was waar de brandnetels hoog stonden. Intussen is mijn kijk op deze planten helemaal veranderd, in die zin dat ik bewust op een aantal plekken in de tuin de brandnetels hoog laat groeien. Waarom? Omdat de topjes van brandnetels overheerlijk zijn in allerlei gerechten (zie verderop), maar ook omdat het geweldig goed is voor het ecologisch evenwicht in je tuin. Slakken vinden brandnetels ook heerlijk, dus ze mogen daar rijkelijk hun buikjes vol eten, dan blijven ze weg uit mijn moestuin. Vlinders beschouwen brandnetels als waardplanten, wat wil zeggen dat ze er hun eitjes in leggen. Als je dat weet, ga je die plantjes toch niet kapotspuiten of afmaaien?

Ik vind de brandnetel het lekkerst vroeg in het voorjaar. Dan pluk ik telkens de kopjes. Als er nog weinig is, gebruik ik het als kruid in bijvoorbeeld notenburgers. Maar als er veel is, maak ik er soep, pesto of pannenkoekjes van. Mijn favoriete recepten:

1 Brandnetelsoep

Nodig voor een pan voor vier personen:

  • 3 teentjes knoflook
  • 2 flinke uien
  • 250 gr champignons
  • 250 gr brandnetelblaadjes, fijn gesneden
  • 1,5 liter groentebouillon
  • peper vers van de molen
  • andere kruiden naar smaak

Zo maak je het:

  1. Snipper de ui en de knoflook fijn en stoof ze glazig in flink wat olijfolie of boter.
  2. Snij de champignons in kwartjes en roer goed om met knoflook en ui. Blus met groentebouillon en laat tien minuutjes doorkoken.
  3. Snij de brandnetelblaadjes in fijne reepjes en doe ze bij de soep. Laat nog vijf à tien minuutjes doorkoken.
  4. Breng op smaak met peper van de molen en eventueel andere kruiden.

2 Kruidenpannenkoek

Nodig voor tien pannenkoeken:

  • 3 eieren
  • 250 gr speltbloem
  • 300 ml melk (of een plantaardige variant)
  • 1 eetlepel honing
  • een handvol paardenbloemblad
  • een handvol brandnetelblad
  • een snufje zout

Zo maak je het:

  1. Snij de paardenbloembladen en brandnetelbladen in fijne reepjes.
  2. Voeg alle ingrediënten bij elkaar tot een vloeibaar beslag.
  3. Bak de pannenkoeken zoals je gewoon bent te doen bij normale pannenkoeken. Breng op smaak met wat jij lekker vindt: siroop, wat suiker, of gewoon zo!
  4. Tip: overheerlijk wordt het als je de pannenkoek vult met vb. champignons en rucola of andere verse kruiden.

3 Brandnetelchips

Heerlijk in het najaar als de brandnetelbladeren wat taai beginnen te worden om in thee of soep te verwerken. En super simpel!

Nodig:

  • zoveel brandnetels als je wil
  • zout
  • paprikapoeder
  • olijfolie

Zo maak je het:

  1. Was de brandnetels onder stromend water en dep ze droog.
  2. Meng in een kommetje een ruime hoeveelheid olijfolie, zout en paprikapoeder.
  3. Dompel elk brandnetelblaadje onder in de olijfolie en leg het op een ovenplaat met bakpapier.
  4. Zet in de oven op 180°C en hou de chips goed in het oog: als mijn oven op temperatuur is, zijn de blaadjes vaak al op vijf minuten knapperig.
  5. Eet ze meteen op, want mij is het nog niet gelukt om ze lang te bewaren. Dan worden ze namelijk terug zacht.

Ook zeker een topper: de brandneteltaartjes van kookeetleef! En de brandnetelsmoothie die Leentje voor Velt bedacht.

Wist je trouwens dat je van brandnetel ook een geweldige meststof voor je tuin kunt maken? Brandnetelgier heet dat goedje. Het stinkt vreselijk, maar is een uitstekend stikstof-shot voor je planten. Verzamel hiervoor ongeveer een kilo brandnetels (wortels, bladeren, stengels: alles mag erin) en doe alles in een emmer. Knip in grove stukken, dat versnelt het gistingsproces. Giet er regenwater over tot alles onder staat en dek af met een deksel waarin je enkele gaatjes prikt. Roer elke dag of om de twee dagen even om. Na een paar dagen begint het erg te stinken en dat is wat je moet hebben. Na een week of twee kun je de overblijvende stukken eruit vissen en op je composthoop gooien. De vloeistof die overblijft is gier. Verdun die 1/10 (dat wil zeggen 1 liter gier en 9 liter water) en giet aan de voet van de plant. Tomaten, pompoenen en andere vruchtgewassen vinden het geweldig.

Meer weten over wilde eetbare planten? Check dan zeker de website van Ben Brumagne van Forest To Plate. Of ga eens met hem op wildpluktweedaagse. Daar kreeg ik de microbe te pakken!



2 thoughts on “Leer eens een onkruid kennen #2: brandnetel”

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.