De spruitjes en de knolselder in het groentepakket vorige week werden met weinig enthousiasme onthaald door mijn huisgenoten. Dus zag ik het als een grote uitdaging om er iets lekkers mee te maken zonder de typische spruitjes- en knolseldersmaak. Het werd een ovenschotel die volgens Michiel ruikt naar de stoemp van moeke en volgens Pascal helemaal niet meer naar spruitjes smaakt. Missie geslaagd, al was de kleinste en kritische stem niet aanwezig om te proeven, want die eet deze week lasagne en spaghetti in Italië.

Seizoensgroenten

Ik ben fan van groentepakketten omdat ze meestal boordevol seizoensgroenten zitten. In de winter bestel ik ze elke week omdat mijn moestuin me dan niet van vers en lekkers voorziet. Wij bestellen ze via Hartenboer, onze versie van de Voedselteams. 

Spruiten en knolselder dus, in een stoemp-versie met vegetarische spekjes bij: dat zijn stukjes tempeh op smaak gebracht met gerookt paprikapoeder en geblust met sojasaus. De zure smaak die voor mij bij een echte winterstoofschotel hoort, komt hier van de mosterd. Die kun je er naar smaak meteen bij doen als je de groenten afkruidt, of pas op je bord als je vreest dat niet alle huisgenoten die zuurdere smaak appreciëren.

Nodig voor zes personen:

– 500 gr spruitjes
– 1 knolselder
– 3 eetlepels mosterd
– peper en zout
– 1 kg aardappelen
– 1 ei
– een geut melk
– 2 rolletjes tempeh
– 2 koffielepels gerookt paprikapoeder
– 2 eetlepels sojasaus
– geraspte kaas
– paneermeel

Zo maak je het:

1 Maak de spruiten schoon, was ze grondig en snij ze in kwartjes.
2  Schil de knolselder. Snij de helft in kleine blokjes, ter grootte van de spruitenkwartjes. Stoof de spruiten en de kleine knolselderblokjes in een kwartiertje in een paar lepels olijfolie beetgaar. Als je van mosterd houdt, mag je hier al twee eetlepels mosterd door de groenten roeren. Hou jij of je huisgenoten niet van mosterd, voeg die dan gewoon op je bord toe.
3 De andere helft mag je grof snijden, want die gaan bij de aardappelen voor de puree.
4 Kook de aardappelen en de knolselderstukken in twintig minuten gaar, giet ze af en maak er met een ei en een geut melk een smeuïge puree van.
5 Snij de tempeh in reepjes. Verhit een paar lepels olijfolie in een koekenpan en bak er de tempehreepjes goudbruin in. Kruid gretig met gerookt paprikapoeder, want dit gaat je ovenschotel de typische spekjessmaak geven.
6 Maak dan in een ovenschotel laagjes: begin met de spruitjes-knolseldermengeling. Leg daarop de tempehreepjes en dan de puree.
7 Werk af met geraspte kaas en wat paneermeel en bak nog een half uurtje in de oven op 180°C.
8 Zoals elke ‘stoemp’ is deze ook nog lekkerder als je alles een dagje laat staan.