Zeven tips voor een ecovakantie.

Zeven tips voor een ecovakantie.

Wij zijn momenteel met vakantie in Toscane. I Love Eco zou I Love Eco niet zijn als we ook vakantie niet zo ecologisch mogelijk zouden proberen aan te pakken. Daar slagen we zeker nog niet helemaal in, maar hier toch onze zeven tips voor een stevige poging. 

 

ecovakantie
Op het autotreintje dat ons naar Zuid-Zwitserland brengt.

1 Reis traag

Vakantie begint op het moment dat we thuis de poort sluiten en de weg oprijden. Vanaf dan moet je beginnen genieten, vind ik. Nu kan ik ook al wel genieten van het inpakken en me in te beelden waar ik die spulletjes allemaal ga uitpakken en gebruiken, maar ik snap dat dat niet voor iedereen zo is. En heel traag reizen we ook niet, want we rijden toch zo’n 700 à 800 km de eerste dag. In het zuiden van Zwitserland woont een lieve vriendin die we elke keer als we naar Italië rijden, een bezoekje brengen. Heerlijke ontmoetingen, telkens.

Op weg naar Leuk kiezen we bewust voor een route die ons door enkele wonderschone plekjes in Zwitserland leidt. Zo nemen we een autotrein tussen Kandersteg en Goppenstein. Hierdoor rijden we niet helemaal rondom de bergen via het meer van Genève, maar eigenlijk door het ruwe Alpengebergte door middel van een trein. Die kost in het weekend (als wij er passeren is het nét vrijdagmiddag en dus weekend) wel 29 Zwitserse Frank, maar voor wie aan het rijden is, is het altijd een welgekomen afwisseling van het rijden en voor onze kinderen is het altijd een avontuur. In de tunnel is het immers donker en wiebelt het serieus. Vroeger nam ik breeklichtjes en zaklantaarntjes mee, maar nu ze een telefoon hebben waarop ze spelletjes spelen onderweg, hebben ze zelf licht bij de hand.

Toegegeven: de auto is niet de meest ecologische manier om te reizen. Het openbaar vervoer scoort veel beter op de duurzaamheidsmeter. Een verbeterpuntje voor onszelf en een doel om ooit eens volledig met de trein tot hier te komen! En ik neem mezelf altijd voor om elk jaar minstens zoveel fiets- en openbaarvervoerkilometers af te leggen als met de auto. Sinds ik twee keer per week in Antwerpen werk en naar Hasselt fiets om de trein te nemen, lukt dat ook.

 

ecovakantie
De agriturismo waar we al een paar jaar twee weken te gast zijn: agriturismo Trebbiolo. (Fotocredits: Trebbiolo)

 

2 Kleinschalig toerisme

Wij houden van de Italiaanse agriturismo’s en die zijn meestal een mooi antwoord op de grote ketens. Logeren op een agriturismo, da’s verblijven op een boerderij, meestal in een verbouwde graanschuur, in de nabijheid van de bedrijvigheid van de boerderij en de mensen die er wonen. Dit jaar verblijven we weer op Agriturismo Trebbiolo: een landgoed op een Toscaanse heuvel, waar de graanschuur is verbouwd tot een feestzaaltje en een appartement en een grote villa nu vierappartementen zijn. Paolo Masetti is de eigenaar en hij woont er met zijn vrouw Lisa en een deel van de familie, van wie je zijn mama het meest ziet: een echte Italiaanse mama. Ze zijn heerlijk gastvrij en willen hun gasten het zo goed mogelijk naar hun zin maken. Zo verwennen ze iedereen op zondagmorgen met verse koffiekoeken van de bakker en vrijdagavond bakken ze pizza in de houtoven. Toscaanse verwennerij ten top. 

 

3 Meet the locals

In een agriturismo kun je naar hartenlust toeristische tips vragen. Zo ontdekken wij elk jaar wel weer iets nieuws. Een paar jaar geleden verbleven we in Reggello en kregen daar de tip om het oude stadje Anghiari te bezoeken: quasi geen toeristen, straatjes waardoor je kon blijven dwalen, de heerlijke cappuccino en blijkbaar ook een vat vol geschiedenis, want hier werd ooit een belangrijke veldslag tussen Arrezzo en Firenze uitgevochten. 

De lokale mensen ontmoet je ook in de bar bij een koffietje, in een typisch restaurantje en op de wekelijkse markt. Het helpt natuurlijk als je een mondje Italiaans spreekt, want dan omarmen ze je als één van hen. 

 

4 Maak uitstapjes met de trein

Ik spreek nu alleen voor Italië, want ken de treinen in de andere landen niet zo goed. Hier is het echt goed te doen om uitstapjes met de trein te organiseren. Via de website van de Italiaanse treinen vind je – zelfs zonder talenkennis – de trein die je zoekt. In een bar in de buurt van het station kun je tickets kopen en voor minder dan het parkeergeld in de stad, ben je heen en terug. Ik vind het ook altijd wel even spannend, zo een trein nemen in het buitenland. Maar tot nu toe is dat altijd fantastisch gelukt en was het heerlijk ontspannend om niet in de stad naar parkeerplaats te moeten zoeken. 

 

5 Neem ecologische verzorgingsproducten mee

Ik sta altijd verbaasd van het aanbod biologische producten in de Italiaanse supermarkt, maar voor verzorgingsproducten valt dat toch wat tegen. Dus neem ik zeep, shampoo en zonneproducten van thuis mee. Een blok zeep voor de haren is bovendien ook lekker klein om mee te nemen. Idem voor de zeep voor je huid. En de zonneproducten van Eco Cosmetics kan ik ook ten zeerste aanbevelen.

Onze agriturismo heeft een klassiek zwembad. We beseffen dat we hiermee niet op en top ecologisch bezig zijn, want het water dat hier gebruikt wordt, kon wellicht beter ingezet worden op de boerderij. De chemische producten die nodig zijn om het zo mooi te houden, zijn niet gezond voor land, mens en afvalwater. Maar een zwembad is wel een van de zaken die het voor onze kinderen tot een topvakantie maken, dus hier geven we voorlopig nog op toe. Maar ik vind wel dat we ons steentje kunnen bijdragen aan dag afvalwater door het niet nog meer te vervuilen dan nodig is. 

 

ecovakantie
In het winkeltje van Fattoria La Vialla: keuzestress.

 

6 Koop lokaal

In Italië kun je volledige maaltijden samenstellen met producten die maximaal twintig kilometer ver geproduceerd zijn. In Arrezzo is er een restaurant dat daar zijn handelsmerk van gemaakt heeft: Il Saraceno. Zeker de moeite om eens te bezoeken als je in de buurt bent. Wij gingen bij aankomst naar de dichtstbijzijnde fattoria, wat je best kunt vertalen als boerderijwinkel. We vonden er Toscaanse kruiden (zelfs zout en peper), brood, olijfolie, wijn, groenten en pasta: meer heb je niet nodig om van elke maaltijd een topper te maken.  We gingen ook weer op bezoek bij Fattoria La Vialla: een bedrijf dat duurzaamheid hoog in het vaandel draagt en heel wat biologische en zelf biodynamische producten verkoopt die aantonen dat duurzaamheid en gastronomie perfect hand in hand kunnen gaan.

 

7 Neem nuttige souvenirs mee

Souvenirs zijn meestal prulletjes die je koopt om te kopen. Ze hebben het uitzicht van de plek die je bezocht, maar zijn heel vaak gewoon in China of Taiwan gemaakt en verkocht door mensen die er nauwelijks iets aan overhouden. Daarom nemen wij altijd iets lekkers mee: een fles wijn of olijfolie die je zelf geproefd hebt en liefst nog op de boerderij zelf gekocht hebt, zodat de boer je kon vertellen dat hij er heel zijn liefde en tijd in heeft gestopt.

Print Friendly, PDF & Email


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.