Hormoonverstoorders: probleem & oplossingen

Hormoonverstoorders: probleem & oplossingen

Dit bericht schreef ik naar aanleiding van de publieksconsultatie naar het nationaal plan voor de hormoonverstoorders. Die fase is nu afgesloten; binnenkort zal het NAPED definitief zijn. Toch laat ik de informatie staan, want er is nog veel te weinig informatie rond hormoonverstoorders in leesbare taal beschikbaar.

 

Hormoonverstorende stoffen

Hormoonverstorende stoffen zijn chemische stoffen of mengsels van chemische stoffen die niet door ons lichaam zelf worden aangemaakt en die de werking van ons hormonaal stelsel verstoren, en zo nadelige gevolgen hebben voor onze gezondheid (of onze kinderen) als gevolg van deze verstoring.

Dat hormonaal stelsel is immers erg belangrijk omdat het de werking van verschillende organen in ons lichaam coördineert. Vergelijk het met de dirigent van een orkest: de muzikanten zouden zonder de dirigent perfect kunnen spelen, maar een harmonieus muziekstuk zou het niet worden. Zo kan het slecht functioneren van ons hormonaal stelsel ook leiden tot ernstige gezondheidsproblemen. 

Twee grote uitdagingen bemoeilijken een vlotte regelgeving en aanpak: je kunt niet zoals bij ‘gewone’ toxische stoffen bepalen dat hoeveelheid x van stof y meteen voor een schadelijk effect zorgt. Het zit ingewikkelder in elkaar. Tweede probleem: we worden er constant aan blootgesteld. Men noemt dat ook wel eens een ‘chronische’ giftigheid, waardoor schadelijke stoffen zich opstapelen. 

Chronische giftigheid

Hormoonverstorende stoffen zitten overal: 

  • In alledaagse producten als voedselverpakkingen, cosmetica, schoonmaakproducten, textiel, speelgoed, meubels…
  • In wat we eten: in vlees (via toegediende hormonen / medicatie) en in groenten, fruit en granen via restdeeltjes van pesticiden,
  • In het milieu (water, lucht, bodem)
hormoonverstoorders
Zwangere vrouwen en hun ongeboren kind ondervinden het meeste schade van hormoonverstorende stoffen. Foto: John Looy – Unsplash

Kwetsbare groepen

Iedereen ondervindt schadelijke effecten van hormoonverstoorders, maar zwangere vrouwen, ongeboren kinderen zijn extra vatbaar. Ook jonge kinderen en pubers zouden eigenlijk geen hormoonverstorende stoffen mogen binnen krijgen, omdat hun hormonaal stelsel nog volop in ontwikkeling is. De HV’s hebben immers effect op onder meer ons voortplantingssteles, immuunsysteem (zo werd van PFAS (een familie van chemische stoffen die een hormoonverstorend effect zouden hebben) beweerd dat het ons minder vatbaar zou maken voor de werking van vaccins), hersenontwikkeling, schildklier… 

Alleen in Europa hebben de hormoonverstorende stoffen een geschatte kost tussen de 150 en de 200 miljard euro per jaar. Het merendeel van de kosten zou naar schatting te wijzen zijn aan de blootstelling aan pesticiden. In België wordt de kost geschat op 4,4 miljard euro per jaar. 

Uiteraard ondervindt niet alleen de mens nevenschade van deze stoffen: de effecten gelden voor veel soorten, ook niet-zoogdieren. 

Wat doet Europa? 

Sinds 2006 bestaat de REACH-regelgeving, die producenten en importeurs van schadelijke stoffen de verantwoordelijkheid geeft om informatie te verstrekken over de eigenschappen (en risico’s) van hun producten voordat ze op de Europese markt worden toegelaten. 

De CLP-regeling moet zorgen voor een wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling en de etikettering van chemische stoffen. En dan zijn er nog richtlijnen over cosmetische producten, pesticiden, kunststof dat met voeding in aanraking komt, speelgoed, afvalstoffen, productveiligheid… Sinds 1999 zijn er een rits strategieën gestemd waar de in de realiteit nog weinig van merken is. 23 jaar naar de eerste verordening is er nog altijd geen gestandaardiseerde regelgeving op het gebied van hormoonverstorende stoffen, hoewel het dringend noodzakelijk is de blootstelling van de bevolking én het milieu te verminderen. De oorzaak zit niet altijd in een gebrek aan ambitie of politieke wil, maar wel enorm veel belangengroepen en lobby die vrezen voor economische schade in hun sector als Europa resoluut voor de gezondheid van de burgers zou kiezen.

Wat doet België?

Sinds 2003 moet het Nationaal Actieplan Leefmilieu en Gezondheid de acties op alle niveaus coördineren. In 2018 stemde de Senaat onder impuls van toenmalig Groen-senator Petra De Sutter een informatierapport met 72 aanbevelingen over hormoonverstoorders: er was politieke consensus en een reeks praktische richtsnoeren om aan de slag te gaan. Daaruit kwam in 2019 de regeringsbeslissing om het NAPED op te starten, waarvan nu een eerste versie voorligt voor publieksconsultatie.

België sloot zich ook aan bij enkele Europese landen die een lijst uitwerkten met hormoonverstorende stoffen en die op een website plaatsen. Bezorgde consumenten kunnen daar opzoeken of een ingrediënt op de lijst met zorgwekkende stoffen staat of niet.

hormoonverstoorders
Pasgeboren baby’s behoren ook tot de kwetsbare groep voor hormoonverstorende stoffen. Foto: Aditya Romansa – Unsplash

Wat staat er in het NAPED?

Naast een inleiding (die ik hierboven heb samengevat) lijst de FOD Volksgezondheid alle acties op waar ze de komende jaren aan gaan werken. Ze doen dat in drie delen:

  1. Preventie
  2. Regelgeving
  3. Wetenschappelijk onderzoek

Mijn grote bezorgdheid bij dit NAPED is dat het niet de bevoegdheid heeft om hormoonverstorende stoffen gewoon te verbieden. Dat is immers Europese regelgeving en die evolueert erg log. Mijn zoon, die geboren is in het jaar dat de REACH-regelgeving van start ging, zal volwassen zijn tegen het moment dat we effectief hormoonverstorende stoffen van onze markt gaan weren. 

Omdat de opmakers van het plan wel inzien dat we iéts moeten doen, zetten ze daarom groot in op enerzijds wetenschappelijk onderzoek, en anderzijds bewustmaking bij overheden, het publiek én de sector. Als blogger rond ecologisch leven, ben ik dus vooral begaan met de bewustmaking voor het grote publiek en in het bijzonder de kwetsbare doelgroepen.

Het signaal dat het plan daarmee geeft, komt bij over als volgt: “Een gezonde leefomgeving waarin geen hormoonverstorende stoffen zitten, kunnen we jullie niet garanderen. Daarom vragen we jullie om zelf erg bezorgd te zijn en producten waarin de stoffen zitten, te vermijden.” En daar heb ik het moeilijk mee, want ik geloof in een samenleving waarin beleidsmakers opkomen voor de gezondheid van de burgers en niet voor de belangen van de economie. 

Uiteraard kun je zelf als consument heel veel. Daarover binnenkort meer, want de komende weken geef ik ondernemers hier een forum omdat ze tonen dat het wel degelijk anders kan. 

Welke opmerkingen heb ik meegegeven?

Mijn grootste algemene opmerking is: er ontbreekt een pijler ‘verboden’. Wij als bewuste burgers vragen immers dat de overheid erover waakt dat hormoonverstorende stoffen niét thuishoren op onze markt en in onze economie en vragen een onmiddellijk verbod op de verkoop ervan. 

Bij de eerste pijler – de preventie – gaf ik een bekommernis mee bij de bewustmaking voor het grote publiek (dat is actie A2): “maak de producten met hormoonverstorende stoffen moeilijk toegankelijk: label ze met grote waarschuwingen (zoals bij sigaretten gebeurt), verkoop ze enkel achter een toonbank (zodat de verkoper kan informeren), werk met BTW en accijnzen zodat de producten met HV’s duurder en de producten zonder HV’s goedkoper worden. 

Bij de tweede pijler – de regelgeving – toonde ik mijn bezorgdheid over de alternatieven: zet hier maximaal op in, zodat de industrie geen reden tot lobby heeft omdat hun producten ‘onvervangbaar en noodzakelijk’ zouden zijn. Dat zit bij actie B5.

Laat van je horen!

Hoe denk jij over hormoonverstoorders, hoe probeer jij in het dagelijkse leven er zo weinig mogelijk mee in contact te komen?

Print Friendly, PDF & Email


9 thoughts on “Hormoonverstoorders: probleem & oplossingen”

  • Ik twijfel erg aan het kraanwater, wat weten jullie hierover…is hier genoeg controle op…er zitten ook hormoonverstorende stoffen in.

    • Dag Kim, bedankt voor je reactie. Ik ken de details niet, maar ga ze voor je opzoeken. Vorige week heb ik nog gelezen dat de nieuwe, strengste norm van metingen die momenteel door Europa wordt voorbereid, in de meeste zones in Vlaanderen gehaald wordt. Het blijkt een uitdaging omdat de hoeveelheid zo klein is dat sommige meettoestellen het nog niet kunnen detecteren. Dus mijn voorlopige conclusie is dat het oke is. Zeker te verkiezen boven water in plastic flessen. En als je de hele cyclus van reinigen en transport meetelt, wellicht ook nog op glazen flessen. Maar het is zeker een interessante materie waar ik graag op terugkom zodra ik meer informatie gevonden heb.

  • Amai, die drempel om van je te laten horen, is echt héél hoog! 88 bladzijden en je moet ze echt gelezen hebben. Want welke cijfers ik moet geven, zie ik niet zo direct. Daar moet ik mijn tijd eens voor pakken…

  • Bedankt Barbara voor deze bewustmaking en duidelijke vertaling van het weinig toegankelijke NAPED. Mij heb je alvast overtuigd om hiermee aan de slag te gaan en te reageren!

  • Bedankt Barbara voor deze bewustmaking en duidelijke vertaling van het inderdaad weinig toegankelijke NAPED. Mij heb je alvast overtuigd om zeker te reageren en hiermee aan de slag te gaan.

  • Zeer goed in woorden gezet Barbara, fijn dat je dit initiatief trekt en geen genoegen neemt met de magere inspanningen die op tafel liggen!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.