23 september 2011

Leve(n)de geschiedenis, de geschiedenis herleeft…

… op zaterdag 24 en zondag 25 september, in de Kasteelse Bossen, te Horst, Nederland!

Heb jij altijd al eens willen weten hoe het er in de Middeleeuwen aan toe ging? Rep je dit weekend dan naar het festival Leve(n)de Geschiedenis en ondervind het aan den lijve.

Op het programma staan onder meer zwaardgevechten, veldslagen, gladiatorenshows, Viking gevechten,… maar ook de zachtere Middeleeuwse taferelen krijgen er een plaatsje zoals straattheater en een historische modeshow.

De natuurlijke gezondheidswinkel Druantia zal ook van de partij zijn, weliswaar in een Middeleeuws kleedje. Iris Van Dessel, bezielster van Druantia, legt uit wat ze tijdens Leve(n)de Geschiedenis zal doen.

Iris: “Ik doe al bijna 15 jaar aan reenactment of levende geschiedenis. Geschiedenis is nu eenmaal een hobby van me. Toen ik met de webwinkel Druantia was begonnen, wilde ik beide passies blijven combineren. Na mijn reenactment deelname aan de Amerikaanse Burgeroorlog en aan WO II, ben ik me gaan verdiepen in de laatste periode van de vijftiende eeuw. Na veel geploeter en gesnuister in archieven en musea stootte ik op Officina Viatoria, de Latijnse benaming voor Reizende Apotheek. Met Officina Viatoria neem ik deel aan levende geschiedenis evenementen zodat ik de bezoekers kan laten zien wat er in een vijftiende eeuwse apotheek zoal te zien was.”

I Love Eco: Waarom vind je het zo leuk om aan reenactment te doen?

Iris: “Op die manier kan je laten zien dat geschiedenis helemaal niet saai is. Mensen, kinderen én volwassenen, blijven soms enkele uren staan luisteren en kijken. Ik kan de geschiedenis levend maken en dat is juist interessant. Ik beeld maar één beroep uit, namelijk die van apotheker, maar op zo’n evenement kan je ook meer te weten komen over andere ambachten: houtkapper, leerlooier, bogenmaker, spinster, mandenvlechter, schildenmaker, kaarsenmaker,…”

I Love Eco: Wat was er zo speciaal aan een vijftiende eeuwse apotheek?

Iris: “Op het einde van de vijftiende eeuw maakte men al veel verschillende soorten geneesmiddelen, maar met een beperkt aanbod aan grondstoffen. In het begin van de zestiende eeuw was er zoveel meer beschikbaar omdat men producten uit de nieuwe wereld kon meenemen. Als apotheker was het in die periode veel gemakkelijker, maar ik heb toch voor het einde van de vijftiende eeuw gekozen. Toen hadden de apothekersgilden al een uitgebreide kennis over geneesmiddelen maar dus met beperkte grondstoffen. Men moest roeien met de riemen die je had en ik vind het persoonlijk interessanter om hetzelfde te bereiken met minder middelen.”

I Love Eco: Waren de producten in die periode natuurlijker?

Iris: “Alles was natuurlijk want synthetica moest nog uitgevonden worden. Natuurlijke producten kunnen van plantaardige, dierlijke of minerale afkomst zijn. Plantaardige producten waren het goedkoopst en makkelijker te verwerken. Geneesmiddelen samengesteld uit mineralen waren het duurst. Ze kostten toen ongeveer 100 keer zoveel als plantaardige geneesmiddelen. De meeste patiënten kozen uiteraard voor het plantaardige geneesmiddel, maar vanaf de lage adel en zeker het hof koos zo goed als altijd voor minerale geneesmiddelen.”

I Love Eco: Kan je de producten van je vijftiende eeuwse apotheek terugvinden bij Druantia? Of zijn dat 2 aparte concepten?

Iris: “Een groot deel van de Officina producten kan je terugvinden bij Druantia. Deze producten toon ik op de historische wijze, maar als bezoekers de producten willen aankopen, moet ik een 21ste eeuws product aanbieden. Ik ben namelijk gebonden aan de 21ste eeuwse reglementering inzake hygiëne, voedselveiligheid én prijs. Een 21ste eeuws product heeft een normale prijs, maar een historische variant heeft een kostprijs die meestal 2 tot 20 keer zo hoog ligt.”

Benieuwd naar de verschillen tussen gezondheidsproducten uit de 15de en de 21ste eeuw? Hier alvast enkele voorsmaakjes!

Vliersiroop versie Officina – versie Druantia