Recensie Kleerkastvasten

Recensie Kleerkastvasten

Vorig jaar hadden mijn buurvrouw en ik het lumineuze idee om een kledingruil te organiseren. We hadden alles uitgedacht: van de kapstokken en briefjes voor erop tot cocktails en mocktails en de achtergrondmuziek. Weken op voorhand begon ik in mijn kleerkast de kledingstukken te selecteren die nog in goede staat waren, maar waar ik op uitgekeken was. Met maar drie inschrijvingen moesten we de activiteit jammer genoeg afblazen.

Daar stond mijn doos vol kleding waar ik intussen afscheid van genomen had. En dus besloot ik de kledingruil groter aan te pakken, een Vinted-account aan te maken en dan daar maar te gaan ruilen. Toen ik mijn eerste verkopen gedaan had, zei de mevrouw van het plaatselijke tankstation en plek waar al de Vinted-pakjes van het dorp binnenkomen en weer buitengaan, dat het zot druk was met al die geruilde kleding. Onze Vinted-in-het-echt vond dan wel geen deelnemers: de online versie wordt veel gebruikt.

De textielketen ontrafeld

Toch is lokaal delen één van de tips die Sarah Vandoorne aanhaalt in haar boek ‘Kleerkastvasten’, de textielketen ontrafeld. Dat laatste mag je letterlijk nemen: met 335 pagina’s tekst en nog eens 100 pagina’s bronverwijzingen, ontrafelt de auteur alle elementen van de textielindustrie. Ze begint de zoektocht meteen bij het einde van een gigantisch ingewikkelde cirkel: de stranden van Ghana waar al de onverkochte kleding uiteindelijk gestort wordt. Een niet te overziene berg afval waar elke dag meer bij komt dan dat vrijwilligers opgeruimd krijgen. Vaak minderwaardige kleding waar aan de andere kant van de wereld in India mensen in mensonwaardige omstandigheden vreselijk lange dagen voor gewerkt hebben. Op plantages tussen de pesticiden, in fabrieken waar de stoffen chemisch gekleurd worden, in naaiateliers waar kinderarbeid nog altijd meer de regel dan de uitzondering is.

Daartussenin staan wij: de consument. De consument die elke dag tig keuzes moet maken over wat we gaan kopen. Platgeslagen met reclame van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Consumenten die constant verleid worden om nieuwe kleding te kopen. Waar je vroeger een zomer- en een wintercollectie had, veranderen collecties nu elke zes weken: van fashion naar fast fashion en nu al ultrafast fashion.

De eenvoudigste tip om niet mee te doen aan ultrafast fashion: minder kopen.

Het kan gelukkig ook anders. Als consument kan je ervoor kiezen om niet mee in die fast fashion te stappen. Om minder te kopen. En als je dan toch iets koopt, te gaan voor iets tijdloos, kwalitatief en duurzaam. Kledingstukken die je kunt combineren en die lang meegaan. Niet te geloven in elke groene claim die op je pad komt.

Verantwoordelijkheid

Een grote kritiek van Sarah Vandoorne is dat de verantwoordelijkheid voor die duurzame aankopen te vaak op de klant wordt afgeschoven. Spreken over eerlijke mode kan pas als mensen rekening houden met alle handen die onze kleding aangeraakt hebben voor het in onze kast belandt, op ethisch én ecologisch vlak. Daarvoor is transparantie in de hele keten nodig en die verantwoordelijkheid kun je niet alleen bij de klanten leggen. Daarvoor is stevige, Europese wetgeving nodig rond zorgplicht. (Het Europees voorstel daarover werd vorige maand in het Europees parlement goedgekeurd, maar moet nu nog verder besproken worden door de Commissie en de Raad, maar we blijven hoopvol!).

Op vlak van duurzaam textiel hebben we nog veel werk aan de winkel. Shifts in onze mentaliteit ook die niet per se rechtstreeks met kleding te maken hebben. Want waarom gaan mensen shoppen als tijdverdrijf en komen ze thuis met zakken vol kleding die ze niet nodig hebben? Van waar komt onze behoefte aan ‘retail therapy’ – kopen om te kopen als tijdverdrijf?

Kleding doorgeven

Ik ben blij dat mijn zonen onderdeel waren van ‘the village that it takes to raise a child’. Wij kregen van twee vriendinnen met net iets grotere zonen zakken kleding die al een keertje gedragen waren. Die gingen van onze oudste naar onze jongste zoon en wat daarna nog goed was, naar Sint-Vincentius in ons dorp voor een vierde ronde. Nu zit de oudste op een school met een uniform (zwarte broek en groene T-shirt of trui) die weinig variatie toelaat en draagt de jongste dezelfde T-shirts als de papa. Geen uitpuilende kasten met kleding die niet gedragen wordt.

Maar toch: hoe krijgen we die tanker van ultra fast fashion gekeerd? Ik maak me er zorgen over. En nu ik nog meer inzicht in de gigantisch ingewikkelde cirkel van de textielindustrie heb door dit boek, ben ik precies nog meer bezorgd.

Zin om mee te doen aan een kledingruil? Check dan swishing eens.

Het boek ‘Kleerkastvasten’ van Sarah Vandoorne is uitgegeven bij Vrijdag.

Print Friendly, PDF & Email


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.