Recept: vlierbessensiroop

Onze vlier is één van mijn favoriete bomen in onze tuin. We hebben ‘m jaar na jaar door te snoeien wat meer ruimte gegeven en nu verwent hij ons in het voorjaar en in de late zomer met heerlijke bloesem en bessen. Vlierbloesemsiroop maak ik elk jaar steevast begin juni. Vlierbessensiroop was alweer een tijdje geleden. En ik weet weer waarom. De bessen rijpen niet gelijktijdig en de onrijpe bessen mag je niet gebruiken in je siroop. Die kunnen immers diaree en buikpijn veroorzaken. Daarom is het een heel gepriegel om genoeg bessen te verzamelen voor een kooksel. Zaterdag zette ik me er nog eens aan. Hier volgt mijn recept.

Voor 1 liter vlierbessensiroop:
- minstens een halve kilo rijpe vlierbessen, zonder takjes en gewassen
- 2 takjes rozemarijn
- 1 citroen
- 1 eetlepel tijm
- 2 takjes salie
- 3 eetlepels honing
- 300 gr suiker
- een duim gember
- 1 koffielepel kruidnagels
- 1 stokje kaneel of 1 koffielepel gemalen kaneel

Zo maak je het:
- Maak de vlierbessen schoon en doe ze in een ketel.
- Voeg alle andere ingrediënten, behalve de suiker, toe. Voeg zoveel water toe tot alles net onder water staat.
- Breng aan de kook en laat een kwartiertje koken tot de bessen plat zijn.
- Doe alles door een neteldoek en vang het sap op.
- Meet dan je sap af: ik hield ongeveer een liter over. Op 1 liter voeg ik 300 gr suiker toe.
- Breng terug aan de kook en laat opnieuw 10 minuten zachtjes koken.
- Vul brandschone flessen of potten met de siroop en sluit meteen af.
Ik gebruik kleine flessen of potjes omdat ik zo weinig suiker toevoeg. Eens geopend, blijft de siroop maar een dag of zeven goed. Daarom heb ik liever veel kleine potjes of flesjes dan één grote.

Optie: mijn oma verwerkte altijd klis in haar vlierbessensiroop. Die had ik nu jammer genoeg niet in huis, dus dit recept is nu zonder. Je kunt daar altijd minstens een eetlepel van toevoegen.