Zeven zaken over cacao die ik leerde in Ivoorkust

Zeven zaken over cacao die ik leerde in Ivoorkust

Vorige week mocht ik met Fairtrade Belgium mee naar Ivoorkust om de cacaoplantages en -producenten te gaan bezoeken. In dit bericht schreef ik alles wat ik leerde over de prijs van cacao. Maar deze zeven zaken wil ik jullie ook niet onthouden, omdat ik dit voordien niet wist.

1 Productieproces 

Voordat de cacaobonen in de haven van Antwerpen aankomen om tot chocolade verwerkt te worden, heeft de cacaoboer in Afrika en Zuid-Amerika er al een hele weg op zitten om de cacaobonen te produceren. De bonen groeien in vruchten die hangen aan cacaobomen die gemiddeld zo’n vier meter hoog worden. Meestal groeien die bomen in monocultuur in plantages die aangelegd zijn door de cacaoboeren. Ze krijgen veel kunstmatige mest toegediend en zoals in elke monocultuur slaan plagen onvermijdelijk en onverbiddelijk toe. Daarvoor worden veel insecticiden ingezet. Heel opvallend: op de reclameborden langs de Ivoriaanse wegen zag ik geen reclame voor wasmiddel of snoep, maar wel voor insecticiden. Gemiddeld begint een plantage na een jaar of vijftien aan productiviteit af te nemen. Vaak kapt de boer de bomen dan om ze te vervangen door bomen die rubber produceren. Soms worden ze ook verplicht om de bomen te kappen. Er heerst namelijk een ziekte onder de cacaobomen waartegen geen enkel middel bestaat. Enkel kappen om te voorkomen dat de ziekte zich over de hele plantage zou verspreiden, is een oplossing.

De vruchten liggen geoogst klaar. Daarna worden de bonen eruit gehaald.

In oktober is de grote oogst, in april de kleine oogst. Dan worden de vruchten van de bomen gehaald met messen (al dan niet op een lange stok). Ze verzamelen alle vruchten op een grote hoop en beginnen die dan open te snijden. De bonen, die er dan nog wit uitzien omdat ze door een zoet vlies omhuld worden, verzamelen ze in grote bakken bekleed met bananenbladeren van een naburige plantage. Dan gaan de bonen gedurende zeven dagen fermenteren. Meteen begint dat witte vlies een zoet sap af te scheiden, ‘le jus de cacao’. Dat drinken ze meteen op, of laten ze mee fermenteren tot het een alcoholisch drankje wordt. Na zeven dagen fermenteren moeten de bonen nog drogen. Dat gebeurt op grote plastic zeilen in de zon. Als de bonen helemaal droog zijn, transporteert de boer ze naar de coöperatie, waar ze in juten zakken verpakt en verzameld worden om naar de haven te vertrekken.

bananenbladeren
Op de bananenbladeren zitten de juiste bacteriën om de fermentatie op gang te brengen.

In de haven gebeurt de kwaliteitscontrole en de verpakking in zakken die de bonen linken aan de plantage waarop ze groeiden. Daar worden ze ook nog een laatste keer chemisch ontsmet voordat ze de boot op gaan en naar Europa vervoerd worden.

2 Ze hebben zelf geen chocolade

Minder dan 10% van de cacaobonen die Ivoorkust produceert, blijft in het land zelf. Ze hebben zelf helemaal geen traditie van chocolade maken. Wel maken ze bijvoorbeeld karitéboter voor zeep en omhullen ze de bonen met gemberpoeder om zo te eten. 

Ik was jarig in mijn week in Ivoorkust en zei vooraf spontaan: “Dan wil ik wel een chocoladetaart!” Met die naïeve, maar spontane uitspraak legde ik eigenlijk een vreemd probleem bloot: cacaoboeren in het zuiden zijn dag in dag uit in de weer om de grondstof te maken voor ons luxeproduct en hier in het noorden zijn wij niet bereid om daar een eerlijke prijs voor te betalen. We weten zelfs niet wat er allemaal aan voorafgaat. 

3 Ontbossing

De voorbije vijftig jaar verdween meer dan 80% van het Ivoriaanse regenwoud. Sommige bronnen spreken zelfs over 90%. Ik heb dat met mijn eigen ogen gezien. Tussen Abidjan en Meagui ligt minstens zeven uur route die we aflegden. Je ziet nauwelijks nog regenwoudbomen. Hier en daar een eenzame, verdwaalde boom. Ze brengen meer op als grondstof voor houtskool. De voorbije decennia werd het regenwoud gekapt om meer en meer plaats te maken voor cacaobomen. Want het bleek dat vijftien jaar intensieve monocultuur productie veel meer opbracht dan een productie op het ritme van de natuur van de boom. De waarde van het regenwoud (in ecocysteemdiensten voor de hele planeet) was niet bekend. Maar ook vandaag is dat nog vaak vechten tegen de bierkaai. Er was grote discussie over op de COP15: de ontwikkelingslanden willen het overblijvende regenwoud wel behouden, maar ze zien het ook economisch. Als ze het kappen, kunnen ze er opbrengstbomen op planten. Wat is ons – ontwikkelde landen – die schone lucht en ecosysteemdiensten van het regenwoud waard? Zijn we bereid de ontwikkelingslanden daarvoor even veel te betalen als ze zouden kunnen verdienen aan cacao- en rubberproductie?

boomkwekerij
In deze ‘serre’ leren vrouwen zelf boompjes kweken om in agroforestry-projecten te planten.

4 Agroforestry

Hoopvolle signalen komen uit de hoek van de agroforestry. Dat wil zeggen dat je aan landbouw gaat doen in bossen, volgens de structuur die een bos biedt. Dus met lage begroeiing in de vorm van struiken, lage bomen, hoge bomen en dan regenwoudbomen. Of in termen van cacao: in de onderste laag peulvruchten en maniok (ook wel de aardappel van Afrika genoemd), dan fruitbomen (denk aan avocado, mango, citrusvruchten), dan de cacaobomen en daarboven nog hogere bomen die schaduw leveren voor de cacaobomen. De cacaoboom is van nature een schaduwplant, maar dat is de boeren voorbije decennia helemaal afgeleerd omdat er een soort bestaat die veel opbrengt in de zon. 

Bij Ecam in Meagui zag ik een zalig project dat de vrouwen leert om zelf die verschillende bomen te zaaien, verplanten en leert onderhouden. En een doctoraatsstudente die het allemaal in kaart brengt. Een exporteur die de coöperaties die aan hem levert, motiveert via subsidies om aan agroforestry te doen. 

 5 Bio

De meeste biologische chocolade op onze markt, komt uit Zuid-Amerika. Toch beginnen ook de eerste cacaoboeren in Ivoorkust de biologische productie echt onder de knie te krijgen. Ik bezocht een plantage van veertig jaar oud, die door de conventionele productie volledig afgeschreven was. De cacaoboer leerde van de coöperatie de basisprincipes van biologische teelt: compost maken en zelf biologische insecticiden maken. Hiervoor werd een hoek op een boerderij die gebouwd werd voor training en opleiding, speciaal ingericht. Ze experimenteren met micro-organismen en een tweede fermentatie met knoflook, pepers en gember (die daar gekweekt worden). Compost maken ze op de plantage met de schillen van de cacaovrucht, blaadjes van de cacao- en andere bomen. En omdat het daar zo warm is, gaat dat composteerproces echt wel vlot. De plantage bracht na veertig jaar weer wat op, nu ze biologisch beheerd wordt. Da’s hoopvol. De grote uitdaging zit nog in de afzetmarkt: voorlopig is er bij de Europese chocolatiers weinig vraag naar biologische chocolade uit Ivoorkust. 

6 Wat wij kunnen doen

Ik schreef er al over in mijn vorig bericht, maar vind het te belangrijk om het niet te herhalen. In België is nog maar 15% van de chocoladeverkoop Fairtrade. Willen we meer boeren aan een leefbaar inkomen helpen, dan moet dat aanbod drastisch omhoog. Ecam in Meagui kan bijvoorbeeld nog maar 50% van hun opbrengst Fairtrade verkopen. Dat is zonde, want al hun bonen voldoen aan de Faritrade-vereisten om geen bos te kappen en een eerlijk loon te verdienen, alleen moeten ze die andere 50% onder de prijs verkopen.

cacaoboeren
In de coöperatie Ecam zijn al 25% van de boeren jongeren. Change is coming!

7 Change is coming 

Toch werd ik ook optimistisch van deze reis. Overal zag ik kinderen en jongeren in hun uniform naar school gaan. De coöperatie Ecam in Meagui slaagde erin om de groep jonge cacaoboeren drastisch uit te breiden tot 25%. Ze investeren in scholen, opleiding, gezondheidszorg en gemeenschapbevorderende projecten. Ze faciliteren per dorp spaarkassen, waarbij ze vrouwen opleiden om dat in goede banen te leiden. De dorpsraad komt samen en beslist dat ze vanaf nu een minimum per week gaan sparen. Wie mee spaart, kan ook aanspraak maken op een kortlopende lening van de spaarpot om een project op te zetten. Altijd in consensus en binnen de drie maanden moet het geld terugbetaald zijn, met een intrest van 10%. (Oh ja, ik vond dat ook heel veel, maar als je weet dat een bank in Ivoorkust 17% vraagt voor een microfinanciering en vrouwen uit het dorp daar nauwelijks toegang toe hebben, kijk je er wel anders naar.) De coöperaties investeren in de jongeren en zo in de toekomst van het land. Ik durf optimistisch zijn dat er een generatie aankomt die niet meer alleen afhankelijk is van cacao en die op een gegeven moment een vuist durft te maken tegen de multinationals die hen geen eerlijke prijs geven. Ja, ik durf erin te geloven dat de verandering onderweg is. En dat jij eraan kan bijdragen door de juiste chocolade te kopen.

Print Friendly, PDF & Email


Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.