Recept: sinaasappelconfituur

Recept: sinaasappelconfituur

When life hands you lemons, you make limoncello. Dat doen we elk jaar in de winter. En samen met die citroenen, kopen we ook nog andere Zuiderse vitamientjes. Vandaag kochten we bij Manuela Rotilio in Genk onze tweede lading winterlekkers uit Sicilië en maakte ik een voorraadje sinaasappelconfituur. Super simpel, maar oh zo lekker op de boterham of in de yoghurt (samen met granola word je als vanzelf goed gezind ’s ochtends).

 

In Zuid-Italië heeft iedereen met een tuin minstens één citrusboom staan. In mijn tuin vriest het te hard voor citrusfruit.

Zonne-energie

Hoe ouder ik word, hoe zwaarder de winter me valt. Ik ben een zomermens; ik leef op zonne-energie en word somber bij het gebrek aan licht in de winter. Als daarbij ook nog heel drukke weken op het werk komen, weet ik dat ik goed voor mezelf moet zorgen. En dat is niet door in de weekends veel te rusten en te slapen, maar wel om die relatieve rust in het weekend te gebruiken om voor een aantal dagen vooruit te koken. De weinige energie steken in weekmenu’s, goede planningen, comford- en powerfood.

 

Zon in / op je bord

Citrusvruchten verwerken is zo’n bezigheid. Een kelderschap vol potjes confituur, maakt dat ik snel een pot yoghurt en granola kan omtoveren tot een ontbijt waarmee ik tot de middag een voldaan gevoel heb. En de felle oranje kleur doet me wegdromen naar zomerse zonsondergangen in onze eigen tuin en in Italië. Hoe lang nog tot de zomer?

 

De oogst van bij Manuela Rotilio.

Ingrediënten:

Het recept van deze confituur is super simpel. Voor vijf potjes van 240 ml heb je nodig:

  • 6 à 7 sinaasappels (je rekent de rest van de ingrediënten vooral vanaf de liter sap die je hier ongeveer uithaalt),
  • 350 gr niet-geraffineerde, biologische rietsuiker (liefst ook nog Fair Trade),
  • 1 zakje pectine (of zoveel als je nodig hebt volgens de verpakking voor 1 kg fruit)
  • variant: stukjes van de schil, flinterdun geschild en in reepjes gesneden

Werkwijze:

  1. Als je voor de variant met stukjes gaat, schil dan twee sinaasappels en snij de schil in reepjes.
  2. Als je voor de gewone variant gaat, pers je gewoon de sinaasappels uit op zo’n manier dat je nog redelijk veel pulp in je sap hebt zitten. Ik heb een elektrische citruspers die ik zo kan instellen dat ik veel pulp wil. Dat maakt dat je meer de structuur van confituur hebt straks, dan de structuur van gelei (dat eigenlijk opgekookt sap is). 
  3. Doe het sap in een keteltje en voeg de suiker (en als je voor de variant gaat, ook de stukje schil) toe en breng aan de kook. 
  4. Laat een paar minuutjes koken en voeg dan ook de pectine toe. Check even de verpakking van de pectine, want sommige soorten moeten helemaal niet mee koken, terwijl andere varianten tot wel vijf minuten kooktijd vragen.
  5. Giet je confituur in brandschone, gesteriliseerde potten en draai het deksel onmiddellijk dicht.

Confituur, gelei of marmelade?

Ideaal om het verschil nog eens uit te leggen, want eigelijk heb je hier een combinatie van de drie.

  • Gelei wordt gemaakt van het sap van de vruchten, zonder stukjes. Dat hebben we hier niet helemaal, terwijl we wel van sap vertrekken. Dus als je dit graag gelei noemt: helemaal gelijk! Mijn lekkerste gelei is die van appel en limoncello.
  • Omdat hier redelijk wat stukjes (pulp) in zitten, mag je het gerust ook confituur (of jam) noemen. Op mijn etiketjes staat confituur. (Ook lekker: aardbeienconfituur)
  • Maar als je stukjes van de schil gebruikt, kom je ook in de buurt van marmelade. Alleen: bij de echte marmelade wordt geen pectine toegevoegd, maar kook je het sap (met stukjes) in tot je de gewenste structuur hebt.

Wat schrijf jij op je etiketjes?



Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.