Een plasticvrij waskot

Een plasticvrij waskot

Het is mei en dus de maand waarin we met z’n allen proberen ons plasticverbruik te reduceren onder de welluidende hashtag #meiplasticvrij. En dus voel ik de nood voor een berichtenreeks. Want er is heel wat te vertellen over plastic. En heel wat te doen ook. En daarbij kan echt iedereen helpen. Hier las je al wat eigenlijk het probleem is met / van al dat plastic. In dit bericht las je mijn tips voor een plasticvrije badkamer en vandaag geef ik je een kijkje in ons waskot.

Waskot

Met ons waskot bedoel ik de plek waar onze kleren gewassen worden én waar alle poetsproducten staan. Twee vliegen in één klap om heel wat plastic te verbannen en nooit meer binnen te laten in je huis.

Kleding: het probleem

Er zijn heel wat problemen met onze kleding. Hier lees je een interessant artikel over fast fashion en hoe Europa de trend probeert te keren. Ook heel hard nodig. Maar hier wil ik het over microvezels in kleding hebben. Het zijn ministukjes die vooral in nylon en polyester zitten, die telkens loskomen wanneer we ze dragen, wassen of weggooien. Fast fashion heeft er wel een invloed op, want kleding die gemaakt is om maar drie keer te wassen (ik heb de zin ook twee keer moeten lezen, kleding wordt blijkbaar gemaakt om maar drie keer te wassen en dan weer weg te gooien), is vaak gemaakt uit goedkope materialen. 60% van de kleding op de markt is van polyester gemaakt. In 2016 zou naar schatting 61 miljoen synthetische vezels geproduceerd zijn. 

Bij het wassen komen de microvezels in het wat er terecht. Ze worden opgegeten door plankton, dat wordt opgegeten door vis en waterzoogdieren. Zo klimmen ze op in de voedselketen en komen ze uiteindelijk ook in onze voeding terecht. 

Was je kleren minder en als je toch moet wassen, doe dat dan op een lage temperatuur. Zo komen er minder microvezels in het water terecht.

Kleding: de oplossingen

Eigenlijk is het probleem heel simpel: koop minder kleding. En als je toch kleding koopt: koop dan tweedehands. En als je toch echt iets nieuws nodig hebt, vermijd dan synthetische stoffen, fleece en glitter, want die geven het meeste problemen. Richt je op de eco / bio / faire merken (check deze post voor mijn tips) en shop in winkels waar je vragen mag stellen over wie de kleding gemaakt heeft en van welke stoffen ze gemaakt zijn. Meer over duurzame kleding lees je hier. 

Kleding moet natuurlijk gewassen gewassen worden. Maar moet het echt elke keer nadat je het gedragen hebt? De tip is: was je kleding enkel als het echt nodig is. En doe dat dan op een koud programma (da’s ook nog eens energievriendelijk) én met wasmiddel zonder allerlei chemische middeltjes. Ik maak mijn wasgel zelf: je lees hier hoe. Goedkoop, super simpel én je kan per keer een ander geurtje kiezen (door af te wisselen met de etherische olie). Ik recycleer daarvoor de 5 liter-bidons waarin ik vroeger mijn wasgel kocht en giet dan telkens over in een literfles. Wasverzachter hebben wij quasi niet nodig omdat het water in onze regio niet hard is. En als ik daar toch de neiging toe voel, gebruik ik huishoudazijn waarin ik de schillen van sinaasappels of citroenen heb laten trekken, zodat de geur van azijn minder aanwezig is. 

Microvezelfilter

En echte oplossing voor het probleem van de microvezels, zou een filter zijn. De industrie beweegt daar maar heel traag rond, maar daar gaat verandering in komen. In Frankrijk is onlangs een wet gestemd die vanaf 2025 een microvezelfilter op wasmachines verplicht. Alle Europese lidstaten zouden moeten volgen, want alleen zo zullen fabrikanten van wasmachines op alle toestellen standaard zo’n filter installeren. Dat neemt het probleem van de fast fashion helaas nog niet weg, maar gaat wel voorkomen dat de microvezels in onze waterlopen en voedselketen terechtkomen. 

Met een paar glazen flessen en basisingrediënten kun je heel wat poetsproducten zelf maken.

Poetsen

Allesreiniger en andere poetsmiddelen kun je zelf maken met marseillezeep, sodakorrels en azijn. Dit boek is een aanrader als je je erin wil verdiepen. Wij hebben een moeilijke vloer. Daar bedoel ik mee: tegels waarop zeepresten blijven hangen en dus een speciale aanpak vereist. Daarom zijn wij van zelfgemaakte allesreiniger overgeschakeld naar producten die bestaan uit tabletjes en waar je maar water aan moet toevoegen. Wellicht niet zo ecologisch als de basisproducten die ik hierboven beschrijf, maar omdat de tabletjes in papieren zakjes geleverd worden en je de spuitbus maar één keer moet kopen, bespaar je wel een hoop plastic. 

 

Voor deze tips haalde ik heel wat inspiratie uit het boekje ‘How to give up plastic’ van Will McCallum.



Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.