De landbouw van de toekomst; de toekomst van de landbouw?
Mama, waarom zou je 1,30 euro betalen voor een pakje pasta als je dat in de supermarkt voor 0,39 euro vindt?’ vraagt onze Victor mij, terwijl ik een kom pasta sta te koken. Hij gaat tegenwoordig na school wel eens naar het buurtsupermarktje omdat hij ons vegan eten maar niets vindt. En daar ziet hij dus de prijs van supermarkteten en vergelijkt hij met wat wij rechtstreeks bestellen bij de boer. Waarom betalen we soms meer dan het drievoudige? En zijn we op andere zaken wel zuinig?
Daarom
’Omdat ik met de 1,30 euro rechtstreeks aan de boerderij te geven, weet dat de boer zijn kinderen eten kan geven’, leg ik mijn zoon van elf uit. ‘Dat hij – als we dat met z’n allen doen – geld krijgt om elke dag zijn uiterste best te doen om goed eten voor ons te produceren. Dat hij controles kan betalen die garanderen dat zijn productie zonder kunstmest en pesticiden gebeurt. En dat hij misschien zelfs een beetje kan sparen, zodat zijn kinderen ook kunnen studeren als ze dat willen. Daarom betaal ik 1,30 euro voor een halve kilo pasta, Victor. Want voor 0,39 euro kan hij de brandstof voor zijn tractor nog niet betalen, moet hij allerlei technieken verzinnen om zoveel mogelijk opbrengst te hebben op zo korte tijd. Om plagen en ongewenste beestjes of kruiden die optreden, zo snel mogelijk onder controle te krijgen.’
Boerenprotest
Al weken komen boeren op straat in onze buurlanden. In Nederland protesteren ze tegen de hogere milieunormen van de regering die het stikstofprobleem wil aanpakken. Afgelopen week werd Berlijn bezet door boeren en vandaag werden er meer dan 1000 verwacht in Parijs, om president Macron aan te zetten iets aan hun situatie te doen. Vanmorgen hoorde ik op het radionieuws een boer vertellen dat hij niet meer dan 350 euro per maand overhoudt om van te leven.
Dat boeren protesteren is eigenlijk van alle tijden. Maar nu vind ik dat ze een punt hebben. En dat velen onder hen zich van vijand vergissen. Landbouwers die afhankelijk zijn van het weer (en welke boer is dat niet?) voelen bij de eersten de klimaatverandering. De voorbije (twee) zomers zijn hun oogsten op de proef gesteld. De steeds warmere temperaturen en het vochtigere klimaat brengen plagen mee waar we nog geen antwoorden op kennen. Landbouwers zouden dus partners van de milieu-activisten moeten zijn, want hoe ziet de toekomst van de landbouw eruit als droge zomers met hevige hitte-onweders de standaard worden?
De prijs van eten
Maar waar het schoentje wringt, is dat boeren al jaren uitgewrongen worden door de retailers. Dat de tussenpersonen tussen boeren en klanten de prijzen bepalen onder het mom dat de klant niet meer wil betalen. Dat een handvol retailers een monopolie hebben uitgebouwd waarbij zij de boeren onder druk zetten om onder de prijs te oogsten en verkopen. Een systeem waarbij steeds grotere oogsten voor minder opbrengst wordt geëist. Dat gaat van de prijs van een kilo varkensvlees tot die van appels over graan voor brood en pasta.
En ook van olijfolie, hoorde ik afgelopen week. In de streek rond Bari hebben heel wat olijfboeren beslist om de olijven dit jaar te laten hangen, omdat de opkopers beslist hebben dat de prijs van een kilo geplukte olijven dit jaar 4,29 euro is. 4,29 euro per kilo. Dat betaal je aan een boer die een heel jaar door bezig is met snoeien, voeden, plukken, persen, afvullen en verkopen. Echt? En als de Italiaanse boeren niet plooien, importeren ze wel uit Tunesië?
De kracht van de consument
Van al deze verhalen kun je als consument heel erg triest worden. Of je kunt beslissen om het systeem mee te veranderen. Door rechtstreeks bij de boer te kopen via korteketencircuits, zoals een Buurderij. Een jaarabonnement af te sluiten bij een CSA-boerderij. Je in te schrijven in een plukboerderij. Je aan te sluiten bij een Voedselteam. Naar een boerenmarkt te gaan. Want zo krijg je terug voeling met je eten en wie het produceert. Zo leer je hoe ongelofelijk veel tijd er steekt in de productie van wortelen, aardappelen, prei, vlees, kruiden. Je gaat automatisch minder verspillen en minder nodig hebben. Meer leven op het ritme van de seizoenen en kunnen anticiperen op het systeem van vraag-aanbod-prijs. Daar wordt iedereen beter van. Niet in de eerste plaats de boer.
Alleen zo krijgen we de echte verantwoordelijken voor de boosheid van de boeren op de knieën: de tussenpersonen die de prijs bepalen.