Waterkefir: een gezond drankje brouwen op je aanrecht
Waterkefir is lang niet zo bekend als het witte broertje: melkkefir. Ik hou niet zo van de zurige smaak van melkkefir en was daarom niet een beetje blij de zoetere, bruisende variant te leren kennen.
De smaak van waterkefir omschrijven is niet zo gemakkelijk. Over weinig dingen kan je langer discussiëren dan over smaken. Het weer, misschien. Voor mij smaakt waterkefir lichtzuur, maar tegelijkertijd ook fruitig. Mijn jongste zoon is er zot van, mijn oudste trekt er zijn schattig neusje voor op. En mijn man drinkt het omdat het gezond is en hij heeft leren wennen aan de smaak. Ik kan er een liter per dag van op, zo geniet ik van de smaak.
Het fijne is dat je die smaak ook helemaal zelf kan beïnvloeden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nogal een luie kefir-maker ben. Elke twee (oké, ik geef toe, ook soms drie of vier) dagen zeef ik mijn kefirkorrels uit de sprankelende drank, en doe ik ze opnieuw in een pot met twee gedroogde vijgen, een citroen en een eetlepel rietsuiker. Elke dag laat ik de weckpot even ploffen om er nieuwe lucht in te krijgen en daar blijft het bij. In de zomer drink ik meer kefir dan in de winter en durf ik ook met wat meer smaakjes te experimenteren. Dan komen er schijfjes zomerfruit in, verse kruiden uit de moestuin (citroenverbena vond ik een topper, maar munt is ook lekker). Of verse bessen. In de winter val ik meer terug op gedroogde bessen, zoals veenbessen of rozijnen.
Hoe begin je er nu aan? Word vriendjes met iemand die al waterkefir maakt. Van hem of haar kan je immers elke week wel een startportie kefirkorrels krijgen. Dat zijn immers levende organismen die zich voorplanten als ze maar genoeg voedingsstoffen krijgen. Om de paar weken geef ik zelf een portie weg en als ik geen kefirvriendje heb op dat moment, maak ik mijn kippen er dolgelukkig mee. Ken je geen kefir-vriendje? Dan brengen allerhande Facebookgroepen zoals deze of deze misschien ook wel soelaas. Of koop ze gewoon in een webshop.
Die korrels doe je in een brandschone pot. Daarbij doe je een liter water (kraantjeswater is prima). Wil je daar al variëren in smaak, kies dan eens voor afgekoelde thee. Laat die thee zeker afkoelen tot beneden de 30°C, want de kefirkorrels houden niet zo van de warmte. Voeg dan toe:
- een halve citroen,
- een eetlepel suiker,
- een gedroogde vijg.
Na ongeveer 48 uur kan je filteren. Gebruik hiervoor een plastic zeefje, want de kefir houdt niet van metalen. De citroenen en vijgen gaan bij mij naar de kippen of composthoop. De vloeistof gaat in flessen en de korrels gaan meteen terug de weckpot in voor een nieuwe portie.
Tijdens onze vakantie of megadrukke weken laat ik de kefirkorrels in een glazen potje in de koelkast staan. Elke week geef ik ze een lepeltje suiker om te overleven. Na de vakantie hebben ze wat meer tijd van 48 uur nodig om weer op gang te komen. Dan gun ik ze drie dagen, of tot ze weer lekker bruisende drank voortbrengen.
Dankzij de kefirkorrels vindt er in je brouwsel een fermentatie plaats, zoals bijvoorbeeld ook bij yoghurt of zuurkool. Daardoor zou de drank probiotische eigenschappen hebben: eigenijk het tegenovergestelde van antibiotica. En dat zorgt voor een gezonde darmflora en dus een betere weerstand. Wij zijn er verlekkerd op.
En jij? Brouw jij je eigen drankjes?
De waterkefir is inderdaad lekker fris. Maar als ik nu buiten de Sleedoorn zie bloeien denk ik automatische aan de heerlijke “Sleedoorn jenever”, eenvoudig te maken, mooi van kleur en héérlijk drankje in de winter. Maar dit is natuurlijk niet om dagelijks voor je gezondheid te drinken.
Hey Miet,
Heb je toevallig een recept?
Ik vind deze wel maar daar schiet ik niet heel erg ver mee op 🙂 : http://www.smulweb.nl/blog/edda_m/8298/het-sleedoorn-experiment
Grtjes
Ik gebruik altijd dit recept: http://kruidjes.be/sleedoornlikeur